In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.
Het gedicht In Flanders Fields van de Canadese militaire arts John McCrae, geschreven in 1915, leverde hèt symbool op voor de gesneuvelde Commonwealth-militairen in de Eerste Wereldoorlog: de poppy, oftewel de klaproos. In de aanloop naar 11 november (Remembrance Day) is het voor veel mensen in Groot-Brittanië en Commonwealth- landen als Canada, Australië en Nieuw-Zeeland traditie om papieren of plastic poppies te dragen. Dit jaar zullen ze ongetwijfeld weer overal opduiken, want het is op 11 november precies honderd jaar geleden dat er een einde kwam aan de Grote Oorlog.
John McCrae schreef zijn gedicht even buiten Ieper, niet ver van de plek waar Duitse troepen de allereerste gifgasaanval van de oorlog uitvoerden. Als je er nu komt kun je je nauwelijks voorstellen wat zich hier voor gruwelijke slachtpartijen hebben afgespeeld, slachtingen die aan honderdduizenden jongemannen het leven hebben gekost. Het Vlaamse boerenland ligt er vreedzaam bij, pastoraal bijna. Onder de heldere voorjaarshemel zijn de boeren druk in de weer op hun velden en akkers. Nog even en de klaprozen gaan weer bloeien.
Maar dan duikt er een minutieus onderhouden oorlogskerkhof op. Verderop nog een, en weer een. Overal in en rond Ieper tref je verstilde begraafplaatsen en gedenktekens aan, soms met een Canadese vlag erbij, dan weer met de vlag van Wales of van Nieuw-Zeeland. Hele routes zijn uitgezet langs de Ypres Salient, de Ieperboog, de uitstulping van het westfront rond de stad. Hoe meer je ervan ziet, hoe indrukwekkender het wordt: de resten van oude loopgraven, het dagelijkse spelen (sinds 1928) van de Last Post bij de Ieperse Menenpoort, de bomkraters van Hill 60, Tyne Cot Cemetery, het bijzondere Memorial Museum Passchendaele 1917 in Zonnebeke, enzovoort. Zéér de moeite waard allemaal. En dat allemaal tussen de vredige velden in de Vlaamse Westhoek, waar het leven eenvoudig is en een pintje beter schuimt dan in de grote stad.