Het Kaapverdische eiland Sal is kaal, bruin en saai. Langs de kust ligt echter een handvol prachtige zandstranden en er staat bijna altijd wind, dus is het zon- en kitesurftoerisme flink in opmars. Vooral in de wintermaanden trekt Sal veel bezoekers, want het is er altijd aangenaam warm.

Het strand van Santa Maria, Sal, Kaapverdië.
Het mooiste strand vind je langs de zuidkust. Daar is het dorpje Santa Maria inmiddels uitgegroeid tot toeristenplaats van enig formaat. ’s Avonds zitten de terrasjes in het centrum vol, overdag vinden de meeste activiteiten plaats bij de houten steiger die een meter of dertig de helderblauwe zee in steekt. Hier komen de lokale vissers aan met versgevangen tonijn, zwaardvis en andere eetbare zeebewoners. De vangst wordt direct op de steiger verwerkt. Aan weerszijden van de steiger maakt men plezier op het witte strand, souvenirverkopers proberen Afrikaanse snuisterijen aan de man te brengen en toeristen vertrekken de hele dag door van de steiger voor duiktrips of fijne zeilexcursies op zee. In de eerste maanden van het jaar kunnen ze met een beetje geluk bultruggen zien, die dan in de wateren rond Sal komen paren. De rest van het jaar, als de bultruggen weer weg zijn, heb je nog altijd een grote kans om tussen de dolfijnen terecht te komen. En dat blijft leuk, hoe vaak je ze ook al gezien hebt.