Met het wegvallen van de binnengrenzen is het smokkelen van goederen een uitgestorven ambacht geworden binnen de Europese Unie. Zou je zeggen. Maar er zijn nog steeds een paar vreemde buitengrenzen bínnen de EU. Die van Andorra bijvoorbeeld, en daar wordt nog altijd volop gesmokkeld. De smokkelwaar bestaat hoofdzakelijk uit tabaksartikelen.
In het zuidelijkste en laagst gelegen deel van het bergstaatje, circa 900 meter boven zeeniveau, tref je her en der velden aan waarop tabak wordt geteeld. Frankrijk en Spanje heffen stevige belastingen op tabak en tabaksartikelen, maar de Andorraanse tabak is belastingvrij en dus veel goedkoper. Daardoor is het enorm lucratief om tabakswaren de grens over te smokkelen. Tot 1997 was het zelfs niet illegaal om vanuit Andorra te smokkelen, je moest alleen aan de Spaanse en Franse kant van de grens goed op je tellen passen.
Een paar maanden geleden was ik in Andorra om de smokkelroutes naar Spanje te verkennen voor het reismagazine Columbus Travel (in het aprilnummer staat een lang verhaal). Een van de mooiste routes gaat vanuit Andorra naar het geïsoleerde Catalaanse dorpje Tor. Tot aan de Andorraans-Spaanse grens, op de 2300 meter hoge Coll de la Botella, ligt een goede asfaltweg, daarna kun je alleen verder over een onverhard pad dat langs steile Pyreneeënhellingen naar beneden slingert. Het pad is privéterrein. Betreden doe je op eigen risico, waarschuwt een bord direct na de grens. Het klinkt wat sinister, maar het is er prachtig. Bergbeekjes kabbelen vrolijk over de keien en hier en daar kom je een kudde schapen en halfwilde paarden tegen. Op een zonnige zomerdag genieten dagjesmensen in een four-wheel drive of op een mountain bike van het mooie landschap. Na zonsondergang verandert het beeld echter compleet. Dan scheuren er jeeps en landrovers vol smokkelwaar op volle snelheid over het pad, met de lichten uit. Hoog boven de route staan handlangers op de uitkijk om in de gaten te houden of de Guardia Civil eraan komt.

Tor
Het piepkleine dorpje Tor ligt strategisch in een smalle kloof beneden aan de hellingen. Er staan een handvol schilderachtige huizen en een oud romaans kerkje en er wonen drie families. Het is het enige dorp in de Pyreneeën waar de inwoners eigendomsrechten hebben op de bergen eromheen. Om Tor met smokkelwaar te kunnen passeren zijn er geheime afspraken. De smokkelaars mogen in ruil voor geld en goederen over de privépaden, een riante bron van inkomsten voor de dorpsbewoners. Voor de gewone dagjesmensen is er een restaurantje, Casa Sisquet, in het traditionele natuurstenen huis van de familie Sisquet. Op het open vuur in de eetkamer worden hier stukken kip en konijn geroosterd en je kunt er ook andere stevige bergkost krijgen. Buiten is de kans groot dat je Josep tegen het lijf loopt, de ‘medicijnman’ van Tor; vanwege zijn enorme bakkebaarden heeft hij de bijnaam Barbes (baarden). Josep is een van de oudste dorpelingen, hij heeft nog meegemaakt dat kort na de Spaanse Burgeroorlog tegenstanders van generaal Franco standrechtelijk werden geëxecuteerd tegen de muur van een huis. De oude man praat graag over de geneeskrachtige werking van kruiden en planten die hij in de bergen vindt, maar als je hem naar de executies vraagt valt hij stil. Ook over de tabaksmokkel wil hij niks zeggen. Dat is iets waar je als toevallige voorbijganger niks mee te maken hebt.

Josep uit Tor