Meer dan 140.000 mensen geëvacueerd, luchthaven Ngurah Rai een paar dagen gesloten, grote rookpluimen, een paar lichte aardschokken: afgelopen najaar stond de Gunung Agung op uitbarsten, de godenberg , de grootste vulkaan op Bali. Het toerisme, van levensbelang voor de Balinese bevolking, zakte stevig in. Vooral Australiërs bleven weg, ook al ligt verreweg het grootste deel van het eiland buiten de risicozone.
In oktober was ik op Bali. Er was buiten de risicozone niks te merken van alle alarmerende berichten in de media. De Balinezen bleven hun vele dagelijkse offers aan goden, geesten en voorouders brengen, het verkeer in het zuiden was met zijn nijdig rondzoemende scooters en motorfietsen hectisch als vanouds en de vakantiegangers vermaakten zich uitstekend. Alle dansvoorstellingen gingen gewoon door, ondanks de dreiging van de rommelende vulkaan. En ze waren even fascinerend als altijd, de topengdans, de barongdans, de legong, de baris, de kecak, de verleidelijke joged bungbung. Na afloop poseerden dansers en danseressen even bereidwillig voor de foto als altijd.
Inmiddels zijn we een maand verder en is de grote klap nog altijd uitgebleven. Het kan nog komen, het kan ook niet. Vulkanologie is geen exacte wetenschap. Het is te hopen dat de goden het eiland gunstig gezind blijven; al die aardige, lieve, behulpzame Balinezen verdienen het.