De Soča is een schitterende bergrivier met een onwezenlijke blauwgroene kleur die in het noordwesten van Slovenië ontspringt en vervolgens oostelijk van de Sloveens-Italiaanse grens via Gorizia naar de Adriatische Zee stroomt. In de Eerste Wereldoorlog bevond zich hier het Isonzofront, genoemd naar de Italiaanse naam voor de Soča; Ernest Hemingway schreef er zijn anti-oorlogsroman A Farewell to Arms over. Het Isonzofront is bij ons minder bekend dan het front in Noord-Frankrijk en Vlaanderen, maar het was er niet minder gruwelijk. Langs het gehele Alpenfront, van de Stelviopas op de Zwitsers-Italiaanse grens tot aan Triëst aan de Adriatische Zee, vielen naar schatting één miljoen doden; bij het 90 kilometer lange Isonzofront sneuvelden alleen al zo’n 300.000 manschappen. Volgens Hemingway werd dit het ‘schilderachtige front’ genoemd, vanwege het prachtige berglandschap.

Tolminska korita
In de hele Sočaregio wemelt het van de gedenktekens, oorlogskerkhoven en andere overblijfselen van de Grote Oorlog. Vlak buiten Kobarid staat bijvoorbeeld een imposant ossuarium, waarin Benito Mussolini in de jaren dertig de overblijfselen van tweeduizend Italiaanse soldaten liet herbegraven. In dezelfde periode werden duizend Duitse doden bijgezet in een ingetogen ossuarium bij het stadje Tolmin.

Het ossuarium van Mussolini
Vanaf de Sloveens-Italiaanse grens boven Bovec tot aan Triëst bestaat tegenwoordig ook een wandelroute, de Walk of Peace, die in vijftien etappes langs het gehele Isonzofront voert en en passant ook naar verschillende natuurlijke bezienswaardigheden. Het noordelijke deel rond Bovec, Kobarid en Tolmin is het mooiste en interessantste.
Eind mei ben ik in het gebied om voor NRC Handelsblad een verhaal over de Walk of Peace te maken. Gids Leon Četrtič vergezelt me daar onder meer tijdens een lange wandeltocht naar Mrzli vrh. Rond deze top lagen de strijdende partijen op slechts tien à twintig meter van elkaar in de loopgraven, nu is het één van de zes openluchtmusea in het gebied. Het majestueuze berglandschap is hier adembenemend mooi, zeker als de zon schijnt. Koeien grazen vredig op de bergweide net onder de top. Een handvol kaasboeren gebruikt hun melk om de fameuze Tolminc te maken, de kruidige bergkaas waar Tolmin bekend om staat.

Kaasboer bij Mrzli vrh
Als je goed kijkt, kun je nog overal overblijfselen van de Grote Oorlog zien. ‘Kijk, dat is er een van de Italianen,’ zegt Leon. Hij bukt zich en raapt een oude kogel op. Even verderop pulkt hij twee loden granaatkogeltjes ter grootte van een flinke bosbes uit de aarde. Even later ziet hij iets in de struiken. Hij verdwijnt even en komt dan tevoorschijn met een loodzware granaat, zonder bovenkant gelukkig. ‘Twee weken geleden vond iemand op de Kolovrat-bergrug nog een intacte granaat. Hij gooide ‘m van de helling af. Levensgevaarlijk.’
Leon vertelt dat er in de hele regio nog duizenden granaten liggen, ook gifgasgranaten, al dan niet met de lading er nog in. Als je er op een achternamiddag op uit trekt met een schep kun je ook talloze andere overblijfselen van de oorlog vinden, van verroeste veldflessen tot oude geweren. Niet alleen onder de grond maar ook in de Soča, want bij het beslissende twaalfde offensief in 1917 gooiden Italiaanse soldaten massaal hun wapens in de rivier om te kunnen vluchten.

Leon met de gevonden granaat
De dag na Mrzli vrh bezoek ik met een andere gids, Mihael Uršič, eerst de indrukwekkende Tolminska korita. Het riviertje de Tolminka kolkt hier door een diepe kloof en komt een paar kilometer zuidwaarts in de Soča uit. Tussen Tolmin en Kobarid is het openluchtmuseum op de Kolovrat-bergrug vervolgens een van de boeiendste bezienswaardigheden langs de Walk of Peace. Er is hier, pal tegen de Italiaanse grens, een paar honderd meter aan loopgraven, bunkers en observatieposten gerestaureerd.

Mihael legt uit wat er bij Kolovrat gebeurde
Wil je weten wat er honderd jaar geleden allemaal langs het Isonzofront gebeurde, ga dan naar bekroonde Kobaridmuseum, in het centrum van Kobarid. Het is het geheel aan de gebeurtenissen in de Eerste Wereldoorlog gewijd. Men maakt er geen onderscheid tussen good guys en bad guys, maar laat vooral aan de hand van oude foto’s en filmbeelden zien wat de oorlog voor de gewone soldaat betekende. Er hangt ook een groot portret van Hemingway. Volgens recente inzichten zou de schrijver echter nooit aan het front zijn geweest. ‘Volgens zijn kleinzoon, die hier drie jaar geleden op bezoek was, is hij waarschijnlijk niet verder gekomen dan de Piave, en misschien heeft hij zijn boek zelfs helemaal vanuit Milaan geschreven op grond van verhalen van soldaten die van het front terugkwamen,’ aldus conservator Boštjan Lužnik. Weer een illusie armer.